Soms begrijp ik niet dat mensen binnen culturele instellingen zo spastisch kunnen reageren op web 2.0 toepassingen. Of we het over een enge ziekte hebben.
Meet hyves en of Twitter kom je in aanraking met de mensen die geïnteresseerd zijn in het geen wat de organisatie aan te bieden heeft, je creëert een snellere manier om informatie uit te wisselen maar ook om feedback te krijgen. Of willen sommige mensen helemaal niet weten, wat haar doelgroep denkt of waar het naar opzoek is.
Natuurlijk, je kunt gewoon je hoofd in de grond steken, net doen alsof web 2.0 technieken helemaal niet bestaan, en als mensen er om vragen, net doen of het allemaal nog niet is doorgedrongen. En begrijpen doe ik dat wel, zeker als de leeftijd van de medewerker vrij hoog is, en het gewoon niet ziet, dat het gebruik van web 2.0 erg handig kan zijn. Maar juist van jonge medewerkers die in een andere tijd zijn opgegroeid, vraag ik mij toch af waar ze al die tijd mee bezig zijn geweest.
In deze discussie doet het onderwijs ook falen. Het leert de mensen wel om te gaan met het internet, maar niet met het fenomeen als zo danig.
En ondertussen zijn mensen al weer nieuwe middelen van digitalisatie aan het bedenken. Als je nu al niet mee kan, wanneer dan wel is de vraag? Hoe groot de angst als organisatie ook is voor alle fenomenen, stil staan is geen optie. Websites in het teken van 23 dingen zijn een goede stap om je zelf te ontplooien op dit gebied, om langzaam toch een gevoel te krijgen dat je meer kan met de middelen die je worden geboden. Maar wat als je eenmaal de 23 dingen hebt doorlopen, dan moet je eigenlijk zelf de creativiteit hebben om te gaan spelen met de toepassingen die je hebt geleerd.
De aller grootste uitdaging is misschien wel, om je zelf te gaan beschouwen als doelgroep van de organisatie, zo kun je ook beter gaan communiceren met de mensen die je hoopt te bereiken door het inzetten van web2.0 instrumenten.
woensdag 13 januari 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten